Voor de studiestoppers en de twijfelaars
Door Els van Dijk
In deze tijd van het jaar tobben heel wat jongeren over de voortgang van hun studie. Velen vragen zich zelfs af: zal ik stoppen of niet? Nu is er over studiestakers al veel gezegd: het zijn er teveel, en het gebeurt te vaak, maar je kunt het fenomeen niet losweken uit de context waarin het gebeurt.
Het Nederlandse onderwijssysteem vraagt keuzes van jonge mensen op momenten dat zij er nog niet aan toe zijn. Zo moeten zij op de middelbare school al een profiel kiezen terwijl hun zelfkennis absoluut nog niet voldoende ontwikkeld is en hun ideeën over de toekomst evenmin. Na de middelbare schooltijd wordt een keuze voor een vervolgstudie verwacht, terwijl de hersenen nog niet zover gerijpt zijn dat zij geschikt zijn voor lange termijn keuzes, jongeren nog volop in hun identiteitsontwikkeling zitten en er zo enorm veel opties zijn dat keuzestress ontstaat. En dat gebeurt dan ook nog eens in een maatschappelijke context van prestatiedruk, van de lat die heel erg hoog wordt gelegd (als je vwo hebt gedaan móet je naar de universiteit en een mbo-opleiding is niet goed genoeg). Jongeren krijgen de boodschap mee dat zij hun eigen project zelfrealisatie zijn. Als dat niet lukt, als het niet lukt om torenhoge ambities waar te maken, als het leven niet zo leuk is als dat van anderen en het ‘gelukkig-zijn’ nog ver weg lijkt te zijn, is dat hun eigen schuld en zijn zij dus mislukt.
Het (moeten) stoppen met een studie voelt dan ook vaak als falen en tekortschieten. Terwijl het misschien helemaal niet zo vreemd is dat de verkeerde studie is gekozen, maar het leidt vaak wel tot psychische problemen en depressieve klachten. Hoewel het omgekeerd ook zo kan zijn dat psychische moeiten leiden tot het stoppen met de studie.
Onder dit alles zit ook nog het voortdurende loeren naar anderen die op sociale media pronken met hun succesverhalen. Maar de diepste oorzaak is de zingevingsproblematiek. Heel veel wat te maken heeft met zingeving, met van betekenis willen zijn, Jezus willen volgen, is vervangen door uiterlijkheden, materiële zaken en oordelen van anderen. Dát maakt somber en depressief! Als jongeren behept zijn met een existentiële leegte terwijl anderzijds een veeleisende wereld aan hen trekt, is dat een dodelijke combinatie.
Vandaar dat de Evangelische Hogeschool op veel meer inzet dan studiestakers helpen met een vernieuwde studiekeuze. De eerste vragen die wij hen stellen zijn bij wijze van spreken: Wat is er met je hart gebeurd? Wat heeft het moderne leven met je gedaan? Wie is God voor jou? Geloofsontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en oriëntatie op cultuur en maatschappij zijn belangrijke bouwstenen van ons programma. Weten voor wie je leeft en met wie zijn essentiële uitgangspunten. Zelfkennis, mensenkennis én Godskennis, het hoort allemaal bij elkaar en we zetten daar stevig op in.
We noemen de EH vaak een oefenplaats van verlangen waar we ook door elementaire vragen heen kruipen als: hoe wil jij van betekenis zijn voor de wereld waarin je leeft, in de situaties waarin je belandt en voor de mensen die God op je pad plaatst? Al deze aspecten zijn nodig om tot een evenwichtige studiekeuze te komen en om een weerbare en gelovige student te zijn. We proberen onze studenten drie dingen mee te geven: hoop (op een toekomst met perspectief), moed (om vóór het Koninkrijk van God te zijn) en vuur (om verschil uit te willen maken in deze wereld).
Wat een prachtige opdracht hebben we toch!